De vaststellingsovereenkomst

Veel arbeidsovereenkomsten worden beëindigd via een ‘vaststellingsovereenkomst’, ook wel ‘beëindigingsovereenkomst’ of ‘minnelijke regeling’ genoemd. Deze ontslagroute is tegenwoordig ook in de wet verankerd. Maar wat is een vaststellingsovereenkomst, en wat kun je er (niet) mee?

Afspraken

In een vaststellingsovereenkomst binden de partijen zich aan de daarin opgenomen beslissing over een tussen hen gerezen geschil of onenigheid. Zij spreken af dat tussen hen geldt wat in de overeenkomst staat. Daarbij accepteren zij dat ze mogelijk recht hadden op meer, of minder.

Stel een werkgever wil de arbeidsovereenkomst met een werknemer beëindigen wegens disfunctioneren. De werknemer is het hier niet mee eens. Volgens hem is er geen sprake van disfunctioneren en heeft de werkgever geen verbetertraject aangeboden, of er is niet voldaan aan de herplaatsingsplicht. Uiteindelijk komen partijen overeen dat de arbeidsovereenkomst zal eindigen, ze spreken daarvoor een datum af en komen overeen dat de werknemer een vergoeding krijgt. Dit wordt vastgelegd in een vaststellingsovereenkomst. De werknemer accepteert hiermee dat de arbeidsovereenkomst eindigt, terwijl de rechter de arbeidsovereenkomst misschien zou hebben laten voortduren. De werkgever accepteert dat hij de werknemer een vergoeding betaalt, die misschien hoger is dan de Transitievergoeding.

In de vaststellingsovereenkomst kunnen partijen bijvoorbeeld ook vastleggen of de werknemer wordt vrijgesteld van zijn werkzaamheden, wanneer de leaseauto moet worden ingeleverd en of de werknemer vakantiedagen krijgt uitbetaald.

In een vaststellingsovereenkomst wordt vaak afgeweken van het (voor de werknemer) geldende recht. Dat kan, mits er sprake is van onzekerheid of onenigheid tussen partijen.

Transitievergoeding

Bij het beëindigen van een arbeidsovereenkomst middels een vaststellingsovereenkomst is de werkgever niet de Transitievergoeding aan de werknemer verschuldigd. Uiteraard zullen partijen in veel gevallen toch vastleggen dat aan de werknemer een vergoeding toekomt wegens het beëindigen van de arbeidsovereenkomst. Daarbij is het niet uitgesloten dat die vergoeding de Transitievergoeding dicht nadert.

Tegen finale kwijting

In vrijwel elke vaststellingsovereenkomst verlenen partijen elkaar ‘finale kwijting’. In de vaststellingsovereenkomst staat dan dat partijen niets meer van elkaar te vorderen hebben, behalve wat in de vaststellingsovereenkomst is vastgelegd.

Zodra partijen onenigheid krijgen over iets wat niet  in die vaststellingsovereenkomst staat, bijvoorbeeld de uitbetaling van openstaande vakantiedagen, wordt vaak verwezen naar die finale kwijting. Vaak kan de werknemer toch nog uitbetaling van zijn vakantiedagen afdwingen, als daarover in de onderhandelingen niet is gesproken. Is er wel over gesproken, maar is het uitbetalen van vakantiedagen niet vastgelegd in de vaststellingsovereenkomst, dan wordt dit geacht onder de finale kwijting te vallen.

Bedenktermijn

De werknemer heeft het recht om de vaststellingsovereenkomst te ontbinden. Hij kan dit doen door een schriftelijke verklaring aan de werkgever. Als dit recht expliciet in de overeenkomst is genoemd, heeft de werknemer hiervoor 14 dagen de tijd. Heeft de werkgever de bedenktermijn niet opgenomen in de vaststellingsovereenkomst, dan heeft de werknemer zelfs 21 dagen de tijd om zich te bedenken, en de overeenkomst te ontbinden.

Als de werknemer de overeenkomst ontbindt bestaat deze niet meer, waardoor de onenigheid in principe herleeft. Wordt er dan binnen 6 maanden weer een vaststellingsovereenkomst gesloten, dan heeft de werknemer niet de mogelijkheid om ook die overeenkomst weer te ontbinden.

Tips:

  • Deel de werknemer mee dat u diens arbeidsovereenkomst wilt beëindigen, zeg de arbeidsovereenkomst niet eenzijdig op;
  • Voeg bij die mededeling een concept vaststellingsovereenkomst, waarin alle relevante punten zijn genoemd;
  • Betrek in de onderhandelingen alle relevante punten, en zorg dat dit aantoonbaar is;
  • Leg de uiteindelijk bereikte overeenstemming goed vast in een alles omvattende vaststellingsovereenkomst;
  • Noem de bedenktermijn in de vaststellingsovereenkomst;
  • Stel een werknemer eventueel pas vrij van werk nadat de bedenktermijn is verstreken.