Het ontslagrecht sinds 1 januari 2020

  1. Ontslag is (iets) gemakkelijker omdat voortaan meerdere ontslaggronden samen kunnen worden gevoegd (bv. disfunctioneren èn verstoorde arbeidsverhouding).
  2. Recht werknemer op Transitievergoeding bestaat al vanaf 1 dag arbeid in plaats van na 2 jaar.
  3. Ketenregeling (wanneer ontstaat contract onbepaalde tijd) gaat van 2 jaar naar 3 jaar.

Ontslag wordt gemakkelijker voor werkgevers.

Tot voor kort gold dat door de kantonrechter er maar op één ontslaggrond werd getoetst. Was die ontslaggrond (net) niet voldoende aangetoond of niet voldoende ernstig (‘voldragen’ noemt men dat) dan werd het ontslag afgewezen. Sinds de WAB (de Wet Arbeidsmarkt in Balans) is het mogelijk om enkele ontslaggronden tegelijk aan te voeren en die kunnen dan tezamen wel een ‘voldragen’ ontslagreden vormen. Het meest voorkomende geval zal dan vermoedelijk worden: een verstoorde arbeidsverhouding met disfunctioneren. Van de werkgever mag dan in redelijkheid niet kunnen worden verlangd dat hij de arbeidsovereenkomst nog verder laat voortduren.

Als er sprake is van zo’n dubbele (cumulatieve) ontslagreden dan kan de rechter een (maximaal 50%)  hogere transitievergoeding opleggen aan de werkgever.

Noot: Het is maar zeer de vraag of ontslag hiermee ècht gemakkelijker is geworden voor een werkgever. De rechtspraak zal zich nog verder moeten ontwikkelen.

Transitievergoeding geldt al na 1 dag werken.

Werknemers krijgen vanaf de eerste dag recht op een transitievergoeding bij ontslag (niet bij eigen ontslagname en ook niet bij niet verlengen contract voor bepaalde tijd). Dat geldt óók voor ontslag tijdens de proeftijd. Het ontslag van werknemers met een kort dienstverband, wordt dus duurder tenzij partijen andere afspraken maken in een vaststellingsovereenkomst.

De opbouw van de transitievergoeding wordt 1/3 van een maandsalaris per gewerkt jaar. Ontslag van werknemers met een langer dienstverband is dus iets goedkoper dan dat het was.

Maar: bij gebruik van meerdere ontslaggronden kàn de Kantonrechter een (tot 50%)  hogere transitievergoeding bepalen, zie hiervoor.

Het duurt langer voordat je in vaste dienst bent.

Tijdelijke contracten kunnen elkaar opvolgen zonder dat er een contract voor onbepaalde tijd ontstaat. Dat was: maximaal 3 contracten in 2 jaar en het wordt: maximaal 3 contracten in 3 jaar. Bij CAO kan hiervan worden afgeweken (ook ten nadele van werknemers).

Seizoensarbeid is (helaas) nog steeds niet goed geregeld voor werkgevers buiten een CAO (voorbeeld: een NL indoor skischool met een seizoen van september t/m maart of april) . Er kan wel bij CAO een kortere periode worden bepaald zonder dat er sprake is van opvolgende contracten in de zin van de ketenregeling.